Een echt feest

Lien wrijft in haar ogen. Buiten is het nog een beetje donker. In de verte gluurt de zon stilletjes door het gordijn.

Lien is wakker en denkt nog even na. Ze heeft gedroomd van een echt feest.

Een groot feest met een echte begrafenis.

Toen de oma van Lore is dood gegaan, was er ook een feest. Iedereen was uitgenodigd en er was koffie en taart.

 

Lien heeft vandaag zin in een feest. Misschien kan ze beter een begrafenis houden samen met haar hond Louis.

Lien vraagt aan Louis of hij meegaat naar de tuin.

Louis kijkt verbaasd. “Wat ga je in de tuin doen?” vraagt hij.

“Wij gaan een feest houden vandaag,” zegt Lien vrolijk.

“Oh, een verjaardagsfeest,” zegt Louis “dat is leuk.”

“Neen hoor een ander soort feest,” zegt Lien.

“Jij bent vandaag dood, want we houden een begrafenisfeest voor jou.”

 

“Dood” zegt Louis met een enthousiaste blik “ah, dat kan ik, Kijk maar," hij rent keihard door de tuin, draait rond en kwispelt met zijn staart.

Lien schudt met haar hoofd. “Nee, nee, Louis, dat is niet de bedoeling, als je dood bent kan je niets meer. Je kan niet horen, je kan niet zien en je kan niets voelen. Je mag dan niet meer bewegen.”

“Zo heeft papa het gezegd,” moppert Lien.

“Nauw ja zeg, dan is dood zijn niet leuk.”  Zegt Louis een beetje droevig.

“Maar je moet je best doen Louis , dat is voor het feest” zegt Lien een beetje streng.

Louis doet zijn uiterste best om dood te zijn. “Kijk , is het zo goed dan?” vraagt hij.  

Louis gaat in het gras liggen en draait op zijn rug, steekt zijn poten in de lucht en doet zijn ogen toe.

Lien moet heel hard lachen. Ze wordt helemaal slap van het lachen.

“Als je zo gaat liggen lijkt het niet alsof je dood bent” schatert Lien.

“Hoe moet het dan wel?” vraagt Louis een beetje humeurig.

“Je kan best in je mandje liggen en doen alsof je slaapt, de oma van Lore had ook haar ogen toe.”

“Ik ga je mandje dan versieren met bloemen, want dat hoort ook bij een begrafenis.”

 

Lien zoekt de mooiste bloemen in de tuin en steekt het hele mandje zo vol dat er bijna geen plaats meer is voor Louis. Het is best veel werk.  “Zo, dat is klaar” zegt Lien tevreden. 

Louis denkt, nou gewoon in mijn mandje liggen dat is gemakkelijk. Hij zoekt een plaats in het mandje, draait een keer rond en doet zijn ogen toe. “Hatsjoe, hatsjoe,” klinkt het erg luid.

“Wil je alsjeblieft stilliggen en doen alsof je dood bent?” moppert Lien,  “anders lukt de begrafenis niet hoor.”

Louis vind het niet leuk tussen de bloemen. De bloemen kriebelen aan zijn neus en dan moet hij niezen.

“Steek je neus maar onder je poot, dan ruik je de bloemen niet, want je mag niet niezen hoor!” wijst Lien nog met haar vinger.

Louis doet zijn uiterste best om zijn neus te verstoppen, doet zijn ogen dicht en blijft heel stil liggen.

Lien haalt beer en popje erbij want die zijn uitgenodigd op de begrafenis. Ze heeft ook heerlijke zandkoekjes en een grote moddertaart gemaakt voor het feest.

Iedereen zit rond het mandje van Louis. Lien wil nog een mededeling doen.

“Dag euh… Louis”, zegt Lien  “bedankt om mijn beste vriend te zijn”.

 

“Zo”, zegt Lien, “dat hebben we goed gedaan, dat was een leuk begrafenisfeest.”

“Zullen we dan nu naar de zandbak gaan?” vraagt Lien aan Louis.

“uh, ben ik dan niet meer dood?” vraagt Louis verrast.

“Neen hoor, je was alsof dood en de begrafenis is gedaan.”

Lien neemt beer en popje mee naar de zandbak en samen met Louis maken ze een heel groot zandkasteel want de koning komt eraan.

Rating: 5 sterren
2 stemmen